Neusspray met vasopressine maakt kinderen met autisme socialer. Dat blijkt uit onderzoek aan de Stanford Universiteit, gepubliceerd in Science Translational Medicine. Uit eerdere onderzoeken bleek al dat het hormoon een belangrijke rol speelt in het sociale gedrag van zoogdieren.
Een groep kinderen met autisme - 25 jongens en 5 meisjes tussen de 6 en 12 jaar - gebruikten een maand lang neusspray met vasopressine. Vasopressine is een neurohormoon dat geproduceerd wordt in de hypothalamus en wordt afgescheiden door de hypofyse. De ouders en artsen, die niet wisten of het kind de medicatie of een placebo kreeg, vulden een vragenlijst in. Uit de resultaten bleek dat kinderen die de neusspray gebruikten, socialer gedrag vertoonden. Ze konden gezichtsuitdrukkingen beter herkennen en emoties van anderen makkelijker interpreteren. Ook hadden ze minder last van angstsymptomen en repetitief gedrag dan de kinderen in de placebogroep.
“Ik zou dit een potentiële doorbraak kunnen noemen,” zegt Jan Buitelaar, autismeonderzoeker en hoogleraar Psychiatrie aan de Radboud Universiteit. Buitelaar is overigens niet betrokken bij het onderzoek. “Het effect van de neusspray bij kinderen is buitengewoon sterk. Nog sterker dan het effect van Ritalin bij ADHD. Het is vrij uniek dat een medicijn effect heeft op het sociale gedrag.”
“We weten dat dit hormoon betrokken is bij sociaal gedrag, dus het is zeker een goede kandidaat om te onderzoeken, maar het is geen tovermiddel dat autisme gaat oplossen,” stelt Sarah Durston, hoogleraar Ontwikkelingsstoornissen van de hersenen aan het UMC Utrecht. “Gedrag leer je aan in je jeugd. Zeker als mensen ouder zijn kun je niet verwachten dat het geven van een neusspray met vasopressine het sociale gedrag verbetert. Het zou interessant zijn als we vasopressine van jongs af aan kunnen reguleren. Dan zou je de gedragsontwikkeling van kinderen met autisme misschien kunnen verbeteren.”
Bij een onderzoek naar volwassen mannen met autisme waren geen duidelijke verbeteringen van het sociale gedrag zichtbaar. Het medicijn dat in dit onderzoek getest werd, richtte zich ook op het hormoon vasopressine. Echter werd het hormoon in dit ondnerzoek in de hersenen juist onderdrukt. “Op het oog een tegengestelde actie, maar ook dat mogelijk ook effect zou kunnen hebben. We weten nog niet precies wat vasopressine doet in de hersenen en waarom de neusspray het sociale gedrag van kinderen wel verbeterde,” vertelt Buitelaar.
Het zal volgens Buitelaar zeker nog vijf jaar duren voordat de neusspray eventueel op de markt komt. “Daar zijn minstens twee onafhankelijke studies voor nodig, met grotere groepen kinderen. Er moet onderzoek gedaan worden naar de veiligheid en langetermijneffecten. En de vraag is natuurlijk: onderdrukt het medicijn slechts de symptomen of zorgt het voor genezing?”
(bron: GGZtotaal)
Wilt u meer weten over medicatie bij autisme? Kom dan op 26 november 2019 naar de Psyfar themadag Kind & Jeugd, met onder meer prof. dr. Jan Buitelaar. Deze themadag wordt voor 5 punten geaccrediteerd bij de NVvP en VSR.