De heer H., die behandeld werd met hivmedicatie en paroxetine meldde zich bij de polikliniek met dystone verschijnselen nadat hij de dag ervoor 25 mg quetiapine bij zijn medicatie had gekregen. Quetiapine werd hiervoor verantwoordelijk geacht. De meest waarschijnlijke verklaring voor de extrapiramidale verschijnselen bij de heer H. lijkt gebruik van cocaïne en/of een samenspel van een of meer van de volgende factoren:
Auteurs |
Prof. dr. D.C. (Daniëlle) Cath,
Moleman, P. |
---|---|
Thema | Casus |
Publicatie | 24 maart 2009 |
Editie | Psyfar - Jaargang 4 - editie 1 - Nummer 1 - 2009 |