Tricyclische antidepressiva, meerdere antipsychotica, spasmolytica tegen urge-incontinentie en anticholinerge middelen tegen extrapiramidale stoornissen zijn voorbeelden van geneesmiddelen met een sterk anticholinerge werking die veel worden voorgeschreven. Anticholinerge bijwerkingen zijn te verdelen in perifere en centrale bijwerkingen. Perifere bijwerkingen zijn een droge mond, obstipatie, accommodatiestoornissen, wazig zien, verhoogde intraoculaire druk, mictiestoornissen en palpitaties. Centrale bijwerkingen zijn cognitieve achteruitgang, concentratiestoornissen, verwardheid, hallucinaties en delier. Centrale anticholinerge bijwerkingen kunnen gemakkelijk verward worden met een verergering van een psychiatrisch beeld. Het is essentieel dat de behandeling met een geneesmiddel met anticholinerge bijwerkingen goed geëvalueerd wordt op effectiviteit en bijwerkingen.
Auteurs | Dr. H. (Hans) Mulder, |
---|---|
Thema | Bijzondere bijwerkingen |
Publicatie | 1 december 2009 |
Editie | Psyfar - Jaargang 4 - editie 4 - Nummer 4 - 2009 |