Het wordt steeds duidelijker dat er een relatie bestaat tussen het gebruik van antipsychotica en het optreden van botfracturen. Een aantal mechanismen verklaart mogelijk het optreden van fracturen bij het gebruik van antipsychotica. Ten eerste geven antipsychotica een grotere kans op een val, als gevolg van orthostatische hypotensie, sedatie en extrapiramidale bijwerkingen. Ten tweede kunnen antipsychotica botdemineralisatie veroorzaken, waardoor de botstructuur verzwakt en er dus een grote kans bestaat dat een val ook werkelijk tot een fractuur leidt. Bij mensen met schizofrenie spelen andere factoren mee die de kans op botbreuken vergroten. Observationele onderzoeken die rekening houden met bovengenoemde factoren, wijzen op een twee keer grotere kans bij behandeling op de korte termijn. Bij langdurig gebruik (enkele jaren) lijkt de kans op een fractuur ook met een factor 2 toe te nemen.
Auteurs |
Hugenholtz, G.W.K.
E.R. (Rob) Heerdink |
---|---|
Thema | Bijzondere bijwerkingen |
Publicatie | 1 april 2007 |
Editie | Psyfar - Jaargang 2 - editie 1 - Nummer 1 - 2007 |