Antipsychotica worden regelmatig voorgeschreven aan kinderen en adolescenten. Gebruik van een antipsychoticum kan ernstige bijwerkingen met zich meebrengen, zoals gewichtstoename, gynaecomastie en bewegingsstoornissen. Het monitoren van deze bijwerkingen is van belang en wordt onder andere gedaan aan de hand van lichamelijke parameters (o.a. gewicht en bloeddruk) en laboratoriumparameters (o.a. glucose, lipiden en prolactine). Wereldwijd zijn er klinische richtlijnen beschikbaar die advies geven over welke parameters met welke frequentie te monitoren. Er zijn echter verschillen tussen deze richtlijnen. Door middel van dossieronderzoek in een psychiatrische instelling hebben wij gekeken naar het monitoren in de dagelijkse praktijk. De frequentie van monitoren verschilde en vooral het aantal kinderen en adolescenten waarbij laboratoriumparameters gemonitord werden, was laag. Redenen waarom monitoring uitbleef, werden zelden vastgelegd in de medische dossiers. Barrières om te monitoren moeten nader onderzocht worden om de medicatieveiligheid bij kinderen en adolescenten die een antipsychoticum gebruiken te vergroten. Een eenduidige Nederlandse richtlijn kan hierbij helpen.
Auteurs |
Minjon, MSc L.
Egberts, Prof. dr. A.C.G. Heerdink, Dr. E.R. Ban, Dr. E. van den |
---|---|
Thema | Kinderen en jeugdigen |
Publicatie | 3 december 2021 |
Editie | Psyfar - Jaargang 16 - editie 4 - 2021 | nummer 4 |