De wetenschappelijke literatuur biedt tot op heden geen rationeel houvast voor het idee dat toediening van voedingssupplementen (zoals carnitine en visolie) een zinvolle bijdrage kan vormen bij de behandeling van ADHD. Neuroimaging, neuropsychologisch, farmacologisch en moleculairgenetisch onderzoek lijken erop te wijzen dat de oorzaak niet gezocht moet worden op celmembraanniveau (de ‘elektrische bedrading’ van neurologische systemen), maar dat disfunctie van neurotransmitters (de ‘schakelaars’) in bepaalde hersendelen en neuronencircuits ten grondslag ligt aan de symptomatologie van ADHD.
Auteurs | Brussel, W. |
---|---|
Thema | Bijzondere indicaties |
Publicatie | 24 maart 2009 |
Editie | Psyfar - Jaargang 4 - editie 1 - Nummer 1 - 2009 |