ADHD is een neurobiologische aandoening met grote psychosociale consequenties. De medicamenteuze therapie dient hierop gericht te zijn. Een deel van de adhd-patiënten reageert niet of matig op de standaardtherapie van methylfenidaat en atomoxetine. Individuele ziektegeschiedenissen en een gepubliceerde pilotstudie suggereren, deels objectief, deels subjectief, dat aanvulling van tekorten van essentiële vetzuren door suppletie van carnitine en langeketenvetzuren (LCPUFA’s) effectief kan zijn. Deze optie, die (nog) niet evidence-based is, is in overweging te nemen als de standaardtherapie onvoldoende of geen resultaat heeft.
Auteurs | Oudheusden, L.J. van |
---|---|
Thema | Bijzondere indicaties |
Publicatie | 23 maart 2009 |
Editie | Psyfar - Jaargang 4 - editie 1 - Nummer 1 - 2009 |