De cholinerge hypothese is een van de verklaringen voor de symptomatologie van de ziekte van Alzheimer. De klinische relevantie is dat soms de fysieke en emotionele belasting van mantelzorgers vermindert en een verpleeghuisopname wordt uitgesteld. De bijwerkingen zijn vaak mild tot matig ernstig. Gastrointestinale bijwerkingen komen vooral in het begin van de behandeling voor. Bij langer gebruik zijn er vooral
psychiatrische bijwerkingen. Nu cholinesteraseremmers langer en vaker worden gebruikt worden zeldzamere en soms zelfs levensbedreigende bijwerkingen
gerapporteerd. Volgens nationale en internationale richtlijnen kan medicamenteuze behandeling met cholinesteraseremmers een zinvolle aanvulling zijn op een totaal behandelplan. Het is nog niet mogelijk responders te selecteren. Voor iedere individuele patiënt zal een afweging moeten worden gemaakt over starten, continueren en staken van de behandeling en over de keus van het middel.
Auteurs |
Asselt, D. van
Huinink, E. |
---|---|
Thema | Bijzondere patiënten |
Publicatie | 1 september 2006 |
Editie | Psyfar - Jaargang 1 - editie 3 - Nummer 3 - 2006 |