Tardieve bewegingsstoornissen komen dikwijls voor bij chronisch gebruik van antipsychotica. Deze klachten ontstaan sluipend, nemen geleidelijk toe en kunnen bijzonder onaangenaam en gênant zijn. Desondanks zijn zowel patiënten als behandelaars gemakkelijk geneigd om deze bijwerkingen te accepteren. Aan de hand van een casus van een 36-jarige patiënte met een schizoaffectieve stoornis, die als gevolg van combinatiebehandeling met hoge doseringen van verschillende antipsychotica ernstige tardieve bewegingsstoornissen ontwikkelde, wordt het belang geïllustreerd van preventie van deze moeilijk behandelbare bijwerkingen. In dit artikel worden predisponerende factoren/risicofactoren van tardieve acathisie, dystonie en dyskinesie verduidelijkt en interventies toegelicht. Clozapine heeft een prominente rol bij zowel de preventie als de therapie van tardieve bewegingsstoornissen. In de eerste plaats verdient clozapine bij aanhoudende psychose of agressie dikwijls de voorkeur boven antipsychotische polyfarmacie of hoge doseringen antipsychotica. Clozapine is het antipsychoticum met de minste extrapiramidale bijwerkingen. Bovendien is dit een belangrijke keus in de behandeling van tardieve bewegingsstoornissen.
Auteurs | Veerman, S.R.T. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 8 maart 2022 |
Editie | Psyfar - Jaargang 17 - editie 1 - 2022 | nummer 1 |
Na het lezen van dit artikel