Tardieve dystonie is een bijwerking van langdurig antipsychoticagebruik. Het kan fysieke belemmeringen geven en roept bij de patiënt vaak gevoelens van schaamte op. De prevalentie na langdurig gebruik van oude antipsychotica is ongeveer 2-5%. In twee derde van de gevallen is de dystonie gelokaliseerd in het hoofd-halsgebied, bijvoorbeeld in de vorm van blefarospasmen of torticollis. Soms is er een sensory trick; een proprioceptieve of sensorische prikkel die de dystonie verlicht of zelfs doet verdwijnen. Gebaseerd op gevalsbeschrijvingen is de prognose matig tot slecht. De behandeling bestaat uit het staken van het antipsychoticum en als dat niet mogelijk is overgaan op clozapine. Geeft dit geen verbetering, dan is bij focale dystonieën botulinetoxine geïndiceerd. Als de dystonie uitgebreider is, kan tetrabenazine overwogen worden. Alternatieven zijn benzodiazepinen en in het uiterste geval het opnieuw geven van antipsychotica. Deep brain stimulation is enkele malen met succes geprobeerd. Regelmatig onderzoeken op bewegingsstoornissen bevordert vroegtijdige herkenning en dat verbetert waarschijnlijk de prognose.
Auteurs | Prof. dr. P.N. (Peter) van Harten, |
---|---|
Thema | Bijzondere indicaties |
Publicatie | 1 juni 2007 |
Editie | Psyfar - Jaargang 2 - editie 2 - Nummer 2 - 2007 |