In de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) en in de dagelijkse praktijk worden psychiatrische stoornissen onderverdeeld in categorieën zoals depressie en schizofrenie. Er zijn argumenten voor een ‘dimensionele’ benadering, waarbij psychiatrische problemen gedefinieerd worden op basis van de aanwezigheid en ernst van bepaalde symptomen, die min of meer los staan van de categorale indeling. Daarbij dient er dus niet gekozen te worden tussen bijvoorbeeld de diagnose depressie en schizofrenie, maar worden de patiënt en diens behandeling gekarakteriseerd door de verhouding waarin de symptomen die passen binnen deze twee ziektebeelden voorkomen. Ook vanuit het farmacologisch perspectief zijn hiervoor argumenten, hetgeen geïllustreerd wordt met bupropion, een noradrenaline- en dopamineheropnameremmer. Bupropion heeft een gunstige werking op bepaalde symptomen van een depressie (anhedonie en vermoeidheid), vermindert de anhedonie na het stoppen met roken en heeft positieve effecten bij ADHD (attention-deficit hyperactivity disorder). Het feit dat bupropion effectief is binnen verschillende categorieën, maar dezelfde symptomen verbetert, toont de potentiële toegevoegde waarde van een dimensionele benadering van (farmacotherapie van) psychiatrische ziektebeelden binnen de klassieke categorale benadering.
Auteurs |
Niemegeers, P.
Dr. G.J.H. (Glenn) Dumont, |
---|---|
Thema | Werkingsmechanisme |
Publicatie | 16 december 2013 |
Editie | Psyfar - Jaargang 8 - editie 4 - 2013 | Nummer 4 |