In het algemene ziekenhuis is delier de frequentst voorkomende psychiatrische stoornis, vooral bij oudere patiënten en op intensivecareafdelingen. Het delier wordt per definitie veroorzaakt door een lichamelijke aandoening of gebruik van (genees)middelen. Een delier ontstaat acuut, is van tijdelijke duur en wisselt in ernst en symptomatologie. Belangrijkste kenmerken zijn een verlaagd bewustzijn, gestoorde aandacht en globaal gestoorde cognitieve en waarnemingsfuncties. Het delier (vooral de ‘stille’ vorm) wordt vaak miskend en onderbehandeld, terwijl vroegdiagnostiek (secundaire preventie) door gerichte screening en observatie niet moeilijk is. Behandeling met haloperidol is de hoeksteen van farmacotherapie van het delier, behalve bij de ziekte van Parkinson en lewy-body-dementie. Er zijn aanwijzingen voor effectiviteit van een cholinesteraseremmer bij delirante (demente) ouderen en van methylfenidaat bij het ‘stille’ delier. Het delier gaat gepaard met toegenomen opnameduur, somatische en cognitieve morbiditeit, hogere kosten en oversterfte. Daarom zijn primaire preventie door opsporing van risicopatiënten en snelle oorzakelijke behandeling belangrijk.
Auteurs |
Mast, R.C. van der
Eijk, M.M.J. van Slooter, A.J.C. |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Publicatie | 31 december 2007 |
Editie | Psyfar - Jaargang 2 - editie 4 - Nummer 4 - 2007 |