Op dit moment is er geen curatieve behandeling van dementie mogelijk. Wel kunnen de symptomen die optreden in meer of mindere mate bestreden worden met medicijnen. Sinds circa tien jaar zijn choline steraseremmers op de markt. Deze middelen zouden het cognitief functioneren van patiënten met de ziekte van Alzheimer verbeteren. In de praktijk blijkt de effectiviteit van cholinesteraseremmers echter gering. Daarnaast treden er veelvuldig bijwerkingen op. Zijn deze medicijnen dan wel zinvol? Op individueel niveau worden soms opmerkelijke resultaten gezien. Mogelijk is de indicatiestelling zoals die momenteel gehanteerd wordt niet de juiste. Het is aannemelijk dat cholinesteraseremmers werken bij patiënten bij wie ook een werkelijk cholinerg tekort aanwezig is. Op basis van basaal en klinisch wetenschappelijk onderzoek kan beargumenteerd worden dat cholinerge deficiëntie zich klinisch uit in met name aandachtsstoornissen en neuropsychiatrische verschijnselen. Voor een optimale behandeling is het belangrijk een cholinerg tekort klinisch te kunnen herkennen.
Auteurs | Lemstra, A.W. |
---|---|
Thema | Bijzondere patiënten |
Publicatie | 24 maart 2009 |
Editie | Psyfar - Jaargang 4 - editie 1 - Nummer 1 - 2009 |