Bij de farmacologische behandeling van posttraumatische stressstoornissen (PTSS) zijn selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) vanwege hun werkzaamheid en effectiviteit de middelen van eerste keuze. Aangezien slechts bij 30% van de patiënten remissie optreedt en 54% als responder kan worden beschouwd, is kennis van farmacologische vervolgstappen van belang. Hier is slechts weinig systematisch onderzoek naar gedaan. Op grond van de beschikbare literatuur is er vooralsnog geen reden om bij oorlogsgerelateerde PTSS een andere farmacotherapeutische strategie te hanteren dan bij niet-oorlogsgerelateerd trauma. Op basis van de voorlopige resultaten zou bij (partiële) therapieresistentie eerder (tijdelijke) additie dan switchen overwogen kunnen worden, op basis van PTSS-gerelateerde symptoomprofielen. Additie is vooral onderzocht met het antipsychoticum risperidon, en lijkt overmatige prikkelbaarheid en herbelevingen te doen afnemen en slaap te verbeteren bij PTSS-patiënten. Toevoeging van de alfa-1-adrenerge antagonist prazosine is mogelijk effectief ter bestrijding van PTSS-gerelateerde nachtmerries.
Auteurs |
Koning, J.
Prof. dr. D.C. (Daniëlle) Cath, |
---|---|
Thema | Hoofdartikel |
Publicatie | 12 september 2013 |
Editie | Psyfar - Jaargang 8 - editie 3 - 2013 | Nummer 3 |