Farmacotherapie van fobieën: paniekstoornis en sociale angststoornis

Selectieve serotonineheropnameremmers (ssri’s) worden beschouwd als farmaca van eerste keuze in de behandeling van fobische angststoornissen. In dit artikel worden de onderzoeken met ssri’s en alternatieven bij paniekstoornis (pd) en sociale angststoornis (sad) besproken. Aangezien echter slechts 45-60% van de patiënten als responder kan worden beschouwd bij deze eerste stap, is het relevant om meer kennis te krijgen van rationele volgende farmacotherapeutische behandelstappen. Bij de fobische angststoornissen is hier opvallend weinig onderzoek naar gedaan. Bij de pd is slechts één directe studie voorhanden, waaruit bleek dat dosisverhoging van de ssri geen toegevoegde waarde had, en dat zowel cognitieve gedragstherapie (cgt) als clonazepam mogelijk een optie is als tweede stap. Bij sad zijn op dit moment onvoldoende studies voorhanden om goed onderbouwde vervolgstappen te kunnen adviseren. Op basis van onderzoek als eerste behandelstap zouden pregabaline (switch), clonazepam (add-on) of fenelzine (switch) overwogen kunnen worden.