Sinds de farmacogenetica een hoge vlucht heeft genomen is er veel meer bekend over de verschillen tussen individuen. Individueel benodigde doseringen van (psycho)farmaca zijn voor een belangrijk deel genetisch bepaald. De vraag of genotypering het probleem van de grote verschillen in individueel benodigde dosering kan oplossen is echter niet zo eenvoudig beantwoord. Fenotypering of bloedspiegelbepaling is een goed alternatief. Genotypering is voorlopig alleen zinvol als de interpretatie door een deskundige plaatsvindt. Dat gebeurt op het ogenblik niet altijd en dat kan gemakkelijk tot onjuiste adviezen leiden.
Auteurs | Moleman, P. |
---|---|
Thema | Overig |
Publicatie | 15 september 2008 |
Editie | Psyfar - Jaargang 3 - editie 3 - Nummer 3 - 2008 |