Sedert het begin van deze eeuw is er in toenemende mate belangstelling voor de neuroprotectieve en neurotrofe eigenschappen van lithium. De inhibitie van glycogeen synthasekinase-3 (GSK-3) door lithium is hierbij een centrale rol toebedacht. Hierdoor wordt de vorming van amyloïd-bèta en gehyperfosforyleerd tau geremd, belangrijke factoren in de amyloïdcascade-hypothese over het ontstaan van dementie. Over deze hypothese wordt getwijfeld, maar er zijn nog andere potentiële effecten van lithium die een rol kunnen spelen bij het voorkomen/behandelen van dementie. De belangrijkste publicaties over de relatie tussen lithium en dementie bij patiënten met een bipolaire stoornis en dementie in de algemene bevolking worden besproken. Methodologisch zijn er veel kanttekeningen te plaatsen, zodat slechts geconcludeerd kan worden dat lithium in een therapeutische spiegel bij patiënten met een bipolaire stoornis de kans op dementie niet vergroot. Voor de behandeling van mild cognitive impairment (MCI) en dementie in de algemene bevolking is nu onvoldoende bewijs.
Auteurs | Melick, E.J.M. van |
---|---|
Thema | Ouderen |
Publicatie | 14 maart 2017 |
Editie | Psyfar - Jaargang 12 - editie 1 - 2017 | nummer 1 |