Lithium kan tot twee afzonderlijke problemen met de nieren leiden. Het kan het concentrerend vermogen van de nier verminderen en zo leiden tot diabetes insipidus. Daarnaast ontstaat bij ongeveer een kwart van de lithiumgebruikers chronische nierschade met een verminderde glomerulaire filtratie. Het is van belang beide nierfuncties zorgvuldig te monitoren omdat zowel diabetes insipidus als chronische nierschade risico’s met zich meebrengen. In dit artikel worden verschillende mogelijkheden besproken om het risico op deze nieraandoeningen te verkleinen. Voor de nierfunctie kan het zinvol zijn de dosis van lithium te verlagen of zelfs lithium af te bouwen. De voordelen hiervan voor de nier moeten worden afgezet tegen de nadelen voor het psychiatrisch beeld. Als zich nierfunctiestoornissen voordoen dienen alle aspecten, zowel vanuit psychiatrisch als nefrologisch perspectief, met de patiënt zorgvuldig doorgesproken te worden. Met die informatie kan de patiënt een goede afweging maken.
Auteurs |
Hoekstra, R.
Alphen, A.M. van |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 19 maart 2024 |
Editie | Psyfar - Jaargang 19 - editie 1 - 2024 | nummer 1 |
Na het bestuderen van dit artikel