De medicamenteuze behandeling van de obsessieve compulsieve stoornis bij kinderen en adolescenten komt in beeld als cognitieve gedragstherapie onvoldoende effect heeft. Selectieve serotonineheropnameremmers (ssri’s) zijn de eerste keuze, tweede keuze is clomipramine. Bij comorbiditeit van tics of autismespectrumstoornissen of therapieresistentie kan augmentatie met een antipsychoticum overwogen worden. Het effect van medicatie is over het algemeen gematigd en geringer dan bij cognitieve gedragstherapie. Men dient hoger te doseren dan bij een depressieve stoornis en langer te wachten (8-10 weken) voor effectevaluatie. Men dient waakzaam te zijn voor suïcidaliteit.
Auteurs | Huyser, Ch. |
---|---|
Thema | Kinderen en jeugdigen |
Publicatie | 16 maart 2010 |
Editie | Psyfar - Jaargang 5 - editie 1 - Nummer 1 - 2010 |