Therapieontrouw is een vaak voorkomend probleem bij patiënten met schizofrenie. Betrouwbare hulpmiddelen om therapie(on)trouw aan antipsychotica over een lange(re) tijdsperiode te objectiveren zijn van waarde, maar vooralsnog niet voorradig. In dat opzicht is de bij toeval ontdekte neutrofiele autofluorescentie (FL3-fluorescentie) veelbelovend. Wij bestudeerden het verband tussen het gebruik van clozapine en FL3-fluorescentie, wat leidde tot meerdere bevindingen. FL3-fluorescentie bij clozapinegebruikers (n = 124) was significant hoger vergeleken met patiënten zonder clozapinegebruik. Een hoger FL3-fluorescentiesignaal correspondeerde met een hogere clozapine-dagdosering. Tot slot duurde het enige weken voordat het verhoogde fluorescentiesignaal normaliseerde bij stoppen van clozapine. Op basis van deze uitkomsten werd in een vervolgonderzoek een farmacokinetisch/farmacodynamisch (PK/PD) model ontwikkeld dat het verloop van FL3-fluorescentie vanaf de start van clozapine beschrijft. Aan de hand van dit PK/PD-model, de clozapinedosering en de FL3-fluorescentie werd een nomogram ontwikkeld voor het schatten van therapietrouw aan clozapine over de langere termijn.
Auteurs |
Man, W.H.
Cohen, D. |
---|---|
Thema | Diagnostiek |
Publicatie | 19 maart 2024 |
Editie | Psyfar - Jaargang 19 - editie 1 - 2024 | nummer 1 |