Voor patiënten met ernstige nierfunctiestoornissen zijn psychiatrische klachten niet ongebruikelijk. Omgekeerd is zowel schizofrenie als bipolaire stoornis geassocieerd met een verhoogd risico op chronische nierinsufficiëntie. Het is daarom belangrijk om als psychiater aandacht te hebben voor gebruik van psychofarmaca en veranderde farmacokinetiek bij patiënten met nierinsufficiëntie. Van de in Nederland beschikbare psychofarmaca speelt nierfunctie met name bij lithium een essentiële rol, zowel vanwege nefrotoxiciteit als de renale excretieroute. Aangezien alle componenten van de farmacokinetiek (ADME: absorptie, distributie, metabolisme en excretie) kunnen veranderen bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie, is ook voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van psychofarmaca die niet primair renaal uitgescheiden worden. Het is in algemene zin aan te raden om psychofarmaca bij patiënten met nierinsufficiëntie langzaam op te titreren en om intensief op bijwerkingen te monitoren. Overleg met een (behandelend) nefroloog of apotheker is altijd verstandig.
Auteurs |
Wit, L.E. de
Sallevelt, MSc, B.T.G.M. Wilting, I. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 3 december 2021 |
Editie | Psyfar - Jaargang 16 - editie 4 - 2021 | nummer 4 |
Na het lezen van dit artikel