Het substitueren van geneesmiddelen komt steeds vaker voor doordat zorgverzekeraars dit eisen en omdat er geneesmiddelen niet leverbaar zijn. Geneesmiddelsubstitutie is alleen geoorloofd als blijkt dat de ratio van de area under the curve (AUC) van het te substitueren geneesmiddel en van het origineel gefabriceerde geneesmiddel binnen de 80% en 125% ligt. Volgens de handleiding Geneesmiddelsubstitutie van de KNMP is het bij geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte, bij transplantatie, epilepsie, antipsychotica en middelen tegen de ziekte van Parkinson niet wenselijk dat substitutie plaatsvindt. In dit artikel worden achtereenvolgens besproken: historische context rondom geneesmiddelsubstitutie, regels met betrekking tot bio-equivalentie, farmaceutische hulpstoffen en geneesmiddelen of ziektebeelden waarbij liever geen substitutie zou moeten plaatsvinden.
Auteurs | Geers, H.C.J. |
---|---|
Thema | Wisselend |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 9 maart 2020 |
Editie | Psyfar - Jaargang 15 - editie 1 - 2020 | nummer 1 |
Na het lezen van dit artikel