Welk antipsychoticum het meest effectief is en de minste ongewenste effecten genereert is onderwerp van debat. Dit onderzoek zet de voor- en nadelen van de antipsychotica voor verschillende uitkomstmaten naast elkaar. In dit artikel wordt een netwerk-meta-analyse beschreven op basis van RCT’s (randomized controlled trials) met 32 antipsychotica bij 17 verschillende uitkomstmaten. Geïncludeerd zijn volwassen patiënten met acute opleving van psychotische symptomen. De follow-up is 3-13 weken. De primaire uitkomstmaat is de totale symptoomverandering, gemeten met de PANSS (Positive and Negative Syndrome Scale) of de BPRS (Brief Psychiatric Rating Scale). Secundaire uitkomstmaten zijn onder andere veranderingen op positieve, negatieve en depressieve symptomen en het optreden van een aantal ongewenste werkingen van antipsychotica. Voor wat betreft de uitkomstmaat totale symptoomverandering zijn 26 van de 32 antipsychotica beter dan placebo. Clozapine en amisulpride zijn het meest effectief voor vermindering van de positieve en negatieve symptomen. De verschillen tussen de antipsychotica zijn meer uitgesproken op het gebied van de ongewenste effecten. De keuze van een antipsychoticum wordt voornamelijk bepaald door het profiel van de ongewenste werkingen. Gegeven dat deze profielen per middel sterk verschillen is het niet mogelijk een voorkeursmiddel te benoemen.
Auteurs | Bak, M. |
---|---|
Thema | Bijwerkingen en interacties |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 9 september 2020 |
Editie | Psyfar - Jaargang 15 - editie 3 - 2020 | nummer 3 |
Na het bestuderen van dit artikel weet u